Ik herinner me nog zeer goed een gebeurtenis in het begin van mei. Mijn vriend Gust Snels was afwezig. Ik was alleen in het lager achtergebleven en zat zonder sigaretten. Ik besloot dan maar tot bij de Baumgartners te gaan, in de hoop dat ze me wat rookgerief konden toestoppen. Ik trof er vrouw Baumgartner alleen thuis aan. Haar schoonmoeder was met de kinderen uit gegaan. Ze was bezig een brief te schrijven aan haar echtgenoot die aan het front verbleef. Pas de woonst betreden wees ze mij een grote dubbele zetel aan als zitplaats en schoof ze me al dadelijk rookgerei toe. Na het beëindigen van haar brief kwam ze bij mij in de zetel zitten om een praatje te slaan. Op een zeker moment keek ze me echter verliefd in de ogen en vroeg: “Aber Julius, wie alt bist du?” Ik antwoordde naar waarheid dat ik 24 jaar was. Nadien vroeg ze: “Bist du verheiratet?”, (ben je gehuwd?) waarop ik ontkennend antwoordde. Daarop polste ze verder: “Und bist du verlobt?” (ben je verloofd?) Ik voelde waar ze heen wou, en gaf daarom een bevestigend antwoord, hoewel dit niet juist was. Hierop vroeg ze hoelang ik al verloofd was. Ik antwoordde: “Twee jaar”. Ze schoof nog wat dichter tegen me aan, en vroeg toen: ”Aber Julius, kanst du dan bloss Eine lieben?” (Maar Julius, kunt ge dan slechts van één houden?)
(vrij naar het uit leven gegrepen verhaal van wijlen Jul Van Egdom... Lees ook de afloop in ons Koeriertje. En word vandaag nog lid van de heemkring)
